Elco en Wijnanda van Burg zijn sinds 2014 in Papoea (Indonesiƫ) actief voor stichting Lentera. Ze versterken lokale partners en gemeenschappen met training, advies en gezondheidszorg.

Wamena wereldnieuws

Het gebeurt niet vaak dat een provinciestadje in het wereldnieuws terecht komt. Meestal is dat geen goed teken. Zo ook deze week. Wamena haalde wereldwijd het nieuws vanwege grote rellen afgelopen maandag die uitliepen op brandstichting, moordpartijen, en een soort veldslag tussen Papuas tegenover leger, politie en milities. De schade is groot. Qua mensen, materieel, maar zeker ook mentaal. Velen vragen hoe het met ons gaat. Nu het ergste achter de rug lijkt, kan ik eindelijk even tijd vinden om een uitgebreide update te schrijven.

Let op: Dit is zo’n verhaal waarvoor geldt: ik heb geen tijd om het kort te zeggen, dus daarom is het lang geworden. 

Hoe het allemaal begon is niet helemaal helder, maar het is wel duidelijk dat de oorsprong van de rellen bij een middelbare school lag. Volgens de verhalen had een docent daar de Papua-leerlingen uitgemaakt voor apen. Vervolgens zijn ze op maandagmorgen niet aan de les begonnen, maar gaan demonstreren. Toen ze de straat opgingen werden ze al snel opgevangen door politie, die naar de wapens greep en al snel begon met schieten. Vervolgens liep het uit de hand; de leerlingen gingen naar andere scholen om medestanders te zoeken, onderwijl groeide het protest aan en werd er ook meer geschoten. Dit protest komt in een maand waarin al eerder demonstraties waren en waarin de spanning voelbaar was. In Wamena waren al duizenden aan speciale politie en militairen ingevlogen, naast de al aanwezige militairen en politie. 

Toen ik op maandagmorgen terugkwam van de weekopening op de base bij het vliegveld, werd ik links er rechts ingehaald door politie en militairen die snel roadblocks gingen opzetten. Met en zonder uniform, maar allemaal met hun machinegeweer paraat. Blijkbaar had iemand op de knop van ‘scenario rood’ gedrukt en moesten alle hens aan dek. Het rumoer bleef aanzwellen en een uur later bleek dat de jongens, die in de stad op school waren, geëvacueerd moesten worden. Ik probeerde er door te komen op de motor, over en langs drie of vier bomen die de lokale bevolking al omgekapt had om te voorkomen dat het leger er langs zou kunnen. Ik kwam ongeveer een halve kilometer ver, tot er een paar auto’s op de weg omgegooid waren. Daarachter zag het zwart van demonstrerende mensen, en ik zag mannen met lege jerrycans benzine lopen. Er werd dus volop brand gesticht. Ik heb het even aangekeken, hoorde dat het leger er aan kwam en ben teruggekeerd naar huis. We hebben gevraagd of de jongens – volgens het al aanwezige evacuatieplan – naar het complex van de MAF konden, dicht bij de school. Daar zijn ze goed opgevangen. 

Kort daarop liep de situatie verder uit de hand. Leger, politie en milities kwamen inderdaad om de orde te herstellen. Dat leverde – althans gerekend naar het aantal schoten wat we hoorden – een soort veldslag op met de lokale mensen. De mensen van Lentera en andere mensen bij ons in de buurt werden erg bang en kwamen bij ons schuilen, in totaal zo’n 50 mensen. Ik ging bij de poort staan om te controleren dat er geen wapens – kapmessen, stalen buizen – mee naar binnen kwamen, zodat er alleen vluchtelingen waren. Intussen kwamen leger en politie zo dichtbij dat ik maar bij de schuur ging schuilen voor eventuele kogels; gelukkig kwam het niet zo ver. Korte tijd later kwam iemand aanrennen om te zeggen dat het leger de weg had vrijgemaakt zodat de niet-Papuas weg konden. In de kerk naast ons huis waren veel niet-Papua docenten van een andere school aan het schuilen, dus die konden mee. Een vriend kwam aanrennen: “We moeten allemaal weg, het leger komt er aan. Ze evacueren de niet-Papua’s, maar wie zorgt er voor ons? Ze vermoorden ons allemaal.” “Laat iedereen hier blijven,” antwoordde ik. “Hier zit iedereen veilig. Er mogen geen wapens ons terrein op. Als de politie en het leger komen zal ik zeggen dat ze dat mogen controleren. Er zijn hier alleen onschuldige vrouwen en kinderen die gevlucht zijn. Als je nu gaat vluchten moet je over de brug van de Baliem-rivier. Dat wordt vast een probleem, want het is een flessenhals. En waar ga je heen? Blijf liever hier tot het wat afneemt en dan zoeken we een oplossing.”

In de loop van de middag nam het geluid van schoten en joelende mensen af. Tijd om naar de MAF te gaan en de jongens op te halen. Ik ben op de fiets gegaan, zodat ik geen last zou hebben van alle versperringen op de weg. Coen en Samuel zijn mee terug gelopen. Onderweg telden we 13 bomen die over de weg lagen als versperring. De schade die we zagen was enorm. Tientallen huizen en winkels verbrand, auto’s die nog na lagen te smeulen en alle stroomkabels kapot – wat we uiteraard al gemerkt hadden. 

Maandagnacht was onrustig, maar wel redelijk veilig voor ons. Een niet-Papua docent van Lentera sliep bij ons in huis, omdat de spanning tussen bevolkingsgroepen een risico voor haard vormde, evenals onze hulp Hosanna en haar dochter die niet naar huis konden. De mensen in de buurt hadden een soort wacht ingesteld, en zouden een sein geven als er iets was. Dinsdag verliep zonder veel onrust. Ik ging eten kopen voor iedereen en kijken hoe het bij de hogeschool van YKW was. MAF voerde een eerste evacuatie uit van vrouwen en kinderen. Wij besloten nog te blijven en het aan te kijken. De vrouwen en kinderen bij Lentera voelden zich niet veilig – er bleven steeds geruchten dat de milities van niet-Papuas wraak zouden willen nemen. Daarom kwamen dinsdagnacht alle dames en kinderen bij ons slapen; gelukkig hebben we een gastenhuis en ook het huis van onze tuinman. Het is fijn als je zo voor de mensen kunt zorgen. 

Dinsdagavond was het plan gevormd om de vrouwen en kinderen te evacueren naar hun dorp. Veel mensen uit Wamena waren al weggegaan. De niet-Papuas naar de politie- en legerbases, de Papua’s naar hun dorp. Omdat ook de school in Wamena dicht was, besloten we dat Wijnanda met de kinderen beter naar Sentani kon gaan; gelukkig was er nog een MAF vlucht voor een evacuatie. ’s Ochtends vroeg heb ik eerst de kettingzaag in gereedheid gebracht, om bomen op de weg te lijf te kunnen gaan. Daarna heb ik Wijnanda en de kinderen weggebracht. Vervolgens naar de base van Lentera bij het vliegveld om een paar drums kerosine op te halen als autobrandstof (mengen met het beetje diesel wat ik nog had) en als brandstof voor de dieselgenerator bij ons huis en bij Lentera. Stroom is er voorlopig nog niet, want de kabels zijn kapot en de trafo’s verbrand. Dus daarom maar een creatieve oplossing… De vrouwen en kinderen heb ik afgeleverd bij hun dorp, zo’n 70 km verderop in de vallei. Alles was rustig, de politie was zelfs in een vijver met een hengel vissen aan het vangen. Maar wel veel vluchtelingen op de weg. 

Nu ben ik dus alleen in Wamena. Wijnanda is in Sentani, de jongens kunnen naar school en er wordt goed voor ze gezorgd. Ik blijf in Wamena met onze mannelijke collega’s die hier nog zijn. Het is mooi om ook op moeilijke momenten er te kunnen zijn voor elkaar. De situatie lijkt te verbeteren. Vanmorgen werd meegedeeld dat niemand meer wapens mag dragen op straat – dus geen pakmessen, krissen, samoerai-zwaarden en stalen buizen – en dat de winkels weer open moeten. De grootste vrees is nu dat er veel geroofd gaat worden, omdat veel huizen en winkels verlaten zijn. De politie heeft daarom een avondklok ingesteld en posten opgezet in de buurt. Het plan is dat ik blijf, zolang de situatie niet achteruit gaat. Mocht MAF besluiten om de achtergebleven piloten toch te evacueren, dan ga ik wel mee. 

Wamena likt haar wonden. De haat die maandag naar boven kwam tussen de Papuas en niet-Papuas heeft tijd nodig om weer omgezet te worden in vredig samenleven. Veel mensen zijn getraumatiseerd door het zeer plotseling oplaaiende geweld. De laatste cijfers noemen 27 doden en honderden gewonde. Veel mensen hebben alles verloren, naar schatting zo’n 150 winkels en 80 auto’s zijn in rook opgegaan. De Papua’s hopen op een politieke oplossing, maar uiteindelijk wil iedereen ook gewoon een goed en vreedzaam leven. “Zalig zijn de vredestichters”, zei Jezus. Laten we daarom vrede stichten, door gebed en in de praktijk.